Ondernemingszin start bij zelfsturing. Zelfsturing is het optimale beheer van beschikbare mogelijkheden. Het is de mate van creativiteit die daarbij bepaalt of je meer of minder kansen ziet, of je meer of minder ideeën zult bedenken en hoe je die plannen verwezenlijkt.
Zelfsturing en ondernemingszin; 4 componenten
1.De wilsfactor
Het eerste component gaat om het willen, de mentale kracht om zich achter een wens of droom te zetten. Het gaat daarbij om doorzetten, ondanks allerlei obstakels of verleidingen.
Een ondernemende leerling zal echter nog verder willen gaan. Bij veel ondernemende kinderen zie je dat ze zonder meer actie willen; ze kunnen niet anders. Ze willen impact zien van hun acties en doorzetting.
2.Een richting kiezen
Hierbij bepaal je als ondernemend persoon hoe je het doel wilt gaan bereiken. Je kijkt wat er mogelijk is, wat je zelf kan en of dit allemaal genoeg is om je doel te bereiken. Je mikt zogezegd op het doel wat je wilt gaan raken met je pijl en boog. Ondernemende leerlingen/mensen gaan soms nog een stap verder. Ze kiezen niet uit de beschikbare mogelijkheden maar uit nieuwe richtingen en doelen. Zie willen nieuwe uitdagingen zien en voorstellen doen die in alleen door hun ogen te zien zijn.
3. Scenario’s oproepen en afwerken
Zodra je een idee hebt, moet je ook scenario’s bedenken en stapsgewijs uitvoeren. Je vliegt er niet zomaar in, maar je overdenkt eerst hoe je het moet aanpakken. Met stapsgewijs werken bedoelen we dat je een duidelijk beeld hebt van het eindresultaat en van mogelijke deelstappen om de plannen tot uitvoering te brengen. Ondernemende leerlingen/mensen zien meteen meerdere mogelijkheden en alternatieven om hun plan te realiseren. Ze durven de onzekerheid aan om het nog niet precies vooraf te weten wat ze gaan doen en dan gaandeweg uit te zoeken welke weg ze nemen. Daarnaast hanteren ze een breed vizier. Ze kunnen meerdere taken tegelijkertijd uitvoeren en goed anticiperen op wat zich zal aandienen.
4. Afstand nemen
Afstand nemen betekent dat je bewust even stilstaat voor, tijdens of na de uitvoering bij wat je aan het doen bent en wat er om je heen gebeurt. Je stelt jezelf de vraag: “Loopt alles wel zoals ik wil en wat kan er anders of beter?”.
Het afstand nemen is nodig omdat je soms helemaal opgeslokt kunt zijn door hetgene waar je mee bezig bent. Wanneer je op belangrijke momenten niet even goed kijkt wat je aan het doen bent, kan je hele plan langzaam mislukken of minder goed uitpakken dan dat eigenlijk mogelijk is. Kinderen die zelfsturing weten te combineren met veel verbeeldingskracht (fantasie) en creativiteit, die barstensvol ideeën zitten, originele oplossingen vinden, met onverwachte voorstellen op komen dagen noemen we ondernemend!
(Laevers, 2004) Wat je ook wilt bereiken met een kind, je zult altijd tegen de persoonlijkheid en emotionele basis van kinderen aanlopen. Je hebt het dan over hoe een kind geestelijke gezond is en over hoe hij in zijn vel zit in de klas. Pas wanneer een kind/persoon een gezonde basis heeft, kan er effectief gewerkt worden aan het ondernemingszin en de twee disposities.
Creativiteit omschrijft men als het vermogen om nieuwe mogelijkheden te zien en te scheppen. Timmons (1994) zegt dat de essentie van creativiteit is dat de werkelijkheid of de gegevenheid van de situatie overstegen wordt om iets nieuws voort te brengen. Voor Onstenk (2001) is creativiteit de nieuwsgierigheid voor nieuwe, ongewone ideeën in zowel jezelf als je omgeving. Je hebt een soort passie voor het afwijken van de norm en het komen met nieuwe, soms gekke ideeën.
Bron: Laevers, F. Bertrands, E. (2004), Ondernemingszin (H)erkennen. Leuven, België: CEGO Publishers.
Meer lezen..? Bekijk het totale onderzoek ''De bril van ondernemingszin: onderzoek naar de mogelijkheden in de klas.''
totaal_onderzoeksbestand.docx |